Geneeskundestudenten geven feedback: de begeleiding kan beter!

Geneeskundestudenten worden gedurende hun opleiding afhankelijk van hun studiefase en faculteit op verschillende manieren begeleid. De Geneeskundestudent (DG) heeft onderzoek gedaan naar deze begeleiding en de tevredenheid daarover onder geneeskundestudenten in zowel de bachelor- als de masterfase.

Deze vragen zijn door in totaal 1877 geneeskundestudenten ingevuld. Hoewel co-assistenten de coschappen zelf gemiddeld een 7,5 geven, blijkt uit de resultaten dat er nog wel winst valt te behalen in de begeleiding.

Bachelorstudenten geven gemiddeld een 7,1 voor de begeleiding die ze krijgen. Meer dan de helft (60%) van hen geeft aan geen vaste begeleider te hebben gedurende de gehele bachelor. Daarbij heeft 43% van de bachelorstudenten een voorkeur voor een andere vorm van begeleiding, meestal is dit een vaste begeleider (25%) of een ouderejaarsstudent (12%).

In de master is het percentage van studenten met een vaste begeleider hoger, namelijk 66,5%. Zij waarderen hun begeleiding wel lager met gemiddeld een 6,6. DG vindt dat juist in deze fase van de studie de begeleiding cruciaal en ziet graag een verbetering in dit cijfer. Opvallend is dat de faculteiten Groningen en Utrecht minder vaak aangeven een vaste begeleider gedurende de hele master te hebben (respectievelijk 26,1% en 28,0%). Maastrichtse studenten hebben het vaakst een vaste begeleider (99,1%).

Tevens is er ook specifiek ingegaan op de coschapbegeleiding. Opmerkelijk is dat het merendeel van de coassistenten (80%) aangeeft de behoefte te hebben aan een andere vorm van coschapbegeleiding, waarbij ongeveer twee derde van hen de voorkeur geeft aan een arts-assistent die niet betrokken is bij de beoordeling of een buddy.
Daarnaast is er ook aandacht besteed aan de feedbackformulieren die coassistenten moeten invullen. Er bestaat een grote variatie in het verplicht aantal feedbackformulieren per faculteit en hoe vaak deze niet worden gebruikt voor het eigen leerproces. Op de Erasmus Universiteit is dit laatste percentage bijvoorbeeld 37,8%, terwijl dat op de Universiteit van Amsterdam 80,4% is. DG pleit voor een systeem dat oprecht bijdraagt aan de ontwikkeling van coassistenten. Uit deze resultaten blijkt dat hier nog aandacht aan kan worden besteed.

Op basis van deze resultaten hebben we de volgende aanbevelingen aan alle geneeskundefaculteiten:
1) Stel een vaste begeleider aan die de geneeskundestudent gedurende de hele bachelor begeleidt.
2) Geef begeleiding gedurende het coschap door een buddy/arts-assistent die niet betrokken is bij de beoordeling van de student.
3) Verleg de focus van de feedbackformulieren in de master van kwantiteit naar kwaliteit.

Wil je meer achtergrondinformatie over de cijfers en resultaten? Klik dan hier om de infographic en het naslagdocument in te zien!

Aankomende evenementen

Actieve Projecten

Planetary Health & Duurzaamheid

Lees verder

Tegemoetkoming

Lees verder

Selectie

Lees verder

Bekijk alle projecten