Uit onderzoek van De Geneeskundestudent (DG) blijkt dat de huidige capaciteit van de geneeskundeopleiding ontoereikend is om alle studenten op te vangen. De te hoge instroom leidt tot lange wachttijden in de studie, onvoldoende studieplekken en meer (prestatie)druk op studenten. Het in stand houden van de huidige capaciteit vormt daarmee een bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs en het toekomstperspectief van geneeskundestudenten. DG pleit voor een verlaging van de instroom.
Middels een focusgroep en een enquête onder meer dan 2600 geneeskundestudenten heeft DG onderzocht of er sprake is van een té hoge instroom en de consequenties daarvan. Uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een aanzienlijke wachttijd tot de start van de coschappen. “Studenten wachten gemiddeld meer dan 6 maanden om te mogen beginnen met de coschappen in de masterfase”, vertelt Christiaan Meijer, bestuurslid van DG en betrokken bij dit onderzoek. “Bij een aantal faculteiten kan dit zelfs oplopen tot 9 of 12 maanden. Daarbij komt dat meer dan de helft van coassistenten vindt dat zij met te veel medestudenten op één afdeling hun coschap volgen. Dit gaat behoorlijk ten koste van de kwaliteit en de leermomenten van het coschap”. Uit de enquêteresultaten blijkt ook dat studenten lang niet altijd plek hebben in de collegezalen, werkgroepen en bij studiefaciliteiten. “De combinatie van lange wachttijden tijdens verschillende onderdelen van de studie én het gebrek aan ruimte op de universiteit maakt duidelijk dat de huidige instroom van geneeskundestudenten te hoog is voor wat de opleiding eigenlijk aan kan”, aldus Meijer.
Door de hoge instroom zijn er veel geneeskundestudenten die met elkaar concurreren voor een beperkt aantal specialisatieplekken. DG ziet dat de toenemende concurrentie voor opleidingskansen ertoe leidt dat bijna 60% van de studenten zich gedwongen voelt om extra-curriculaire activiteiten uit te voeren om zo in aanmerking te komen voor hun gewenste specialisatieplek. Dit zorgt voor een grotere (prestatie)druk op geneeskundestudenten. Dit is zorgelijk, stelt Pim den Boon, voorzitter van DG. “Geneeskunde is een pittige opleiding. Maar in plaats van dat we de druk een beetje van de ketel halen, creëren we juist de druk om naast de opleiding ook nog eens onderzoek te doen, bestuursactiviteiten te verrichten of relevante werkervaring op te doen. De toenemende druk zien we terug in eerder onderzoek: ruim 30% van de geneeskundestudenten heeft last van klachten die passen bij een burn-out.”
In 2012 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de instroom in de geneeskundeopleiding verhoogd van 2.850 naar 3.050 studenten per jaar, vanwege de verwachte toename in de vraag naar medisch specialisten. Ondanks herhaaldelijke adviezen van het Capaciteitsorgaan (CO) om de instroom te verlagen, is er in het afgelopen decennium geen gehoor gegeven aan dit advies. Recent heeft het kabinet toch besloten de instroom met 35 studenten per jaar te verlagen, omdat de vraag naar tandartsen sterk is toegenomen. Aangezien de instroom in beide studies aan elkaar is gekoppeld, heeft een verhoging van het aantal tandheelkundestudenten direct een verlaging tot gevolg voor de geneeskundeopleiding.
Op basis van het onderzoeksrapport dat vandaag is gepubliceerd, adviseert DG het ministerie van OCW dringend om – zolang er geen nieuw advies is uitgebracht door het CO – de instroom van studenten in de geneeskundeopleiding te verlagen. Het is van cruciaal belang om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en het toekomstperspectief van geneeskundestudenten te verbeteren.
Deze en meer onderzoeksrapporten vind je hier.
De Geneeskundestudent was ook te gast bij NOS Radio 1 waar ons bestuurslid Christiaan Meijer vertelde over het onderzoek en de lange wachttijden voor de coschappen. Beluister hier het fragment.