Afgelopen vier jaar is het informatieaanbod waarmee studenten een weloverwogen beroepskeuze moeten maken, verbeterd. Dat blijkt uit de jaarlijkse enquête van De Geneeskundestudent (DG) waar 2811 geneeskundestudenten tussen november 2021 en januari 2022 aan hebben deelgenomen. Waar in 2019 slechts 25,6% van de studenten vond dat er door de faculteit voldoende informatie werd aangeboden voor het maken van een weloverwogen beroepskeuze, is dat in 2022 gestegen naar 36,8%. Ondanks deze mooie stijging zijn er enkele opvallende verschillen tussen bachelor en master en tussen faculteiten onderling.
Auteurs: Julia van den Oever, Noa Kroeze, Lize Kooijman
Informatieaanbod
Eén op de vijf bachelorstudenten (21,6%) geeft aan onvoldoende informatie te krijgen vanuit de faculteit. In de master is dit ruim één op de drie studenten (34,2%). Dit verschil kan mogelijk verklaard worden door een nieuw aanbod aan informatie vanuit de faculteit aan bachelorstudenten óf door de toenemende vraag naar informatie over beroepskeuze in de master.
De verschillen tussen de faculteiten zijn beperkt als het gaat om het verstrekken van informatie, met uitzondering van Nijmegen. In Nijmegen geven meer studenten aan voldoende informatie te krijgen om een weloverwogen beroepskeuze te maken (48,5%) ten opzichte van de overige faculteiten (gemiddeld 35,0%).
Bekendheid met sociale geneeskunde
Uit huidig onderzoek blijkt dat een deel van de studenten niet bekend is met de sociaal geneeskundige beroepen of niet in aanraking komen met deze beroepen. Ruim 20% van de studenten kent de sociale beroepen verzekeringsarts, bedrijfsarts of arts Maatschappij en Gezondheid niet goed. Aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) loopt dit percentage zelfs op tot 30%. Daarnaast geven vooral studenten van de Radboud Universiteit (54,6%) aan niet in aanraking met sociaal geneeskundige beroepen te zijn gekomen tijdens hun studie; gevolgd door studenten van de Universiteit Maastricht (52,3%) en de Erasmus Universiteit (50,3%). Slechts 32,1% van alle geneeskundestudenten schijnt wel met deze beroepen in aanraking te zijn gekomen via de studie, met een kleine 21% aan de UvA en een uitschieter van de Universiteit van Leiden tot 47%. Ook de Vrije Universiteit scoort hier met 40,1% bovengemiddeld.
Met dergelijke cijfers is het goed voor te stellen dat meer dan de helft van de geneeskundestudenten (54,8%) aangeeft onvoldoende kennis te hebben van beroepen binnen de publieke gezondheidszorg om ze te overwegen in hun beroepskeuze [1]. Zoals ook het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) benoemt, laat dit zien; onbekend maakt onbemind. Mensen zullen minder snel overwegen om voor een sociaal beroep te kiezen als er onvoldoende informatie over wordt aangeboden. De arbeidsmarkt kent een dreigend tekort op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Mogelijk kan informatievoorziening over deze beroepen bijdragen aan een daling van dit tekort.
Belangrijke factoren bij het maken van een beroepskeuze
Volgens studenten zijn de drie meest belangrijke factoren bij het maken van een beroepskeuze de mate waarin het specialisme bij de student past (65,9%), de werk-privébalans (45,8%) en de verwachting van de aard en inhoud van de werkzaamheden (43,3%). Gevolgd door de hoeveelheid patiëntencontact (41,1%) en afwisseling van werkzaamheden (29,7%).
Opvallend is dat aan de hoeveelheid patiëntencontact in de bachelor (45,7%) meer waarde wordt toegekend dan in de master (37,2%). De werk-privébalans wordt daarentegen belangrijker naarmate studenten verder zijn in de opleiding (bachelor 35,2% versus master 55,1%). Deze cijfers kunnen mogelijk verklaard worden door het feit dat studenten ervaring opdoen tijdens hun studie en de ontwikkeling die zij doormaken naarmate zij ouder worden en in de masterfase terecht komen.
Beroepsvoorkeuren
De belangstelling voor eerstelijnszorg neemt behoorlijk toe als studenten in de masterfase komen (10,8% bachelor en 20,4% master), terwijl de belangstelling voor beschouwende klinische specialismen afneemt (43,3% bachelor en 33,0% master). Voornamelijk de belangstelling voor huisartsgeneeskunde neemt in de master sterk toe met een stijging van 27,6%. Onderzoek van NIVEL uit 2015 laat deze stijging vooral bij vrouwelijke studenten zien.
Ten opzichte van onderzoek van De Geneeskundestudent uit 2020-2021 is de interesse in de publieke gezondheidszorg verdubbeld. Desondanks blijft de interesse met 1,7% nog steeds zeer laag. Zoals eerder aangegeven, is dit mogelijk te wijten aan de onbekendheid met deze beroepen en de beperkte aandacht die opleidingen geven aan deze beroepen buiten het ziekenhuis.
De Geneeskundestudent pleit er al enkele jaren voor meer aandacht in de geneeskundeopleiding te besteden aan minder bekende specialisaties. Hiertoe roept DG alle geneeskundefaculteiten op om informatie over de publieke gezondheidszorg te integreren in het bachelor onderwijs en om coschappen in de publieke sector op alle faculteiten te ontwikkelen of uit te breiden. Laten we de positieve trend die we momenteel zien, voortzetten. Immers; bekend maakt bemind.
Via de projecten Voorlichting en Loopbaanondersteuning houdt De Geneeskundestudent zich bezig met realistische voorlichting aan VWO-leerlingen en geneeskundestudenten over de geneeskundeopleiding en kansen op de arbeidsmarkt. Op deze manier hoopt De Geneeskundestudent een bijdrage te leveren aan het maken van een weloverwogen beroepskeuze en werkt de vereniging aan een van haar hoofdpijlers; de juiste arts op de juiste plaats.
Voor meer informatie over bovenstaand artikel of voor faculteit specifieke cijfers kunt u contact opnemen via info@degeneeskundestudent.nl.
Referenties
1. Doense E, Bisheshar S, Kootstra S, Gartzke L. Onderzoeksrapport Beroepskeuze. De Geneeskundestudent. 21 september 2021.
2. Batenburg RS. Dreigend tekort aan sociaal geneeskundigen. NIVEL. 17 juni 2011.
3. Vergouw D, Heiligers PJ, Batenburg RS. De Keuzemonitor Geneeskunde: Een nationaal en longitudinaal meetinstrument voor het volgen van specialisatievoorkeuren en het ondersteunen van specialisatiekeuzen van geneeskundestudenten in Nederland. Maart 2015.4. Acem I. Onderbelichte vervolgopleidingen. De Geneeskundestudent. 1 maart 2018.