Onlangs heeft het Capaciteitsorgaan een nieuw rapport gepubliceerd over het loopbaangedrag van basisartsen. De Geneeskundestudent was hier samen met andere stakeholders (zoals DJS, NFU, KNMG en SBOH) bij betrokken via een begeleidingscommissie. Van de ruim 5.700 respondenten die meededen aan het onderzoek was 37% ANIOS, 10% arts-onderzoeker, 49% AIOS en 4% werkte niet als arts. Het onderzoek richtte zich op de eerste drie groepen.
Uit het rapport blijkt dat er geen massale uitstroom is van artsen uit de zorg, zoals eerder werd gedacht en dat de gemiddelde ANIOS-periode is toegenomen. Ondanks de bevlogenheid van ANIOS voor het vakgebied, ervaren basisartsen weinig ondersteuning en begeleiding in het werken als arts en zijn zij ontevreden over de werkdruk.
Belangrijkste conclusies
De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn:
- Basisartsen zijn negatief over de mate van vrijheid en autonomie die zij kregen in de masterfase van geneeskunde.
- Basisartsen hadden tijdens de geneeskundeopleiding graag meer informatie gehad over mogelijke loopbaanpaden als arts. Ook hadden zij meer coschappen in andere vakgebieden willen doen.
- Er is geen toename van basisartsen die kiezen voor een vak buiten de zorg. Er is, in tegendeel, bij veel basisartsen een grote behoefte om een vervolgopleiding tot specialist te volgen.
- De ANIOS-periode is gestegen naar gemiddeld 3,7 jaar (ten opzichte van 3,4 jaar in 2022).
- De ANIOS-periode heeft meerdere functies gekregen: het is niet alleen wachttijd om in opleiding te komen, maar ook een periode om je voor te bereiden op een opleidingsplek of om uit te vinden wat bij je past.
- De inhoud van het werk is belangrijker dan arbeidsvoorwaarden, werkdruk en diensten bij het kiezen van een baan. Wel zijn veel basisartsen ontevreden over deze zaken.
- Veel basisartsen merken dat zij ingezet worden vanwege personeelstekorten, terwijl zij juist behoefte hebben aan (loopbaan)ondersteuning, waardering en erkenning.
- Vanwege verschillende verwachtingen en drijfveren is de kans op een ‘mismatch’ tussen het aanbod van basisartsen en de vraag naar basisartsen aanwezig. De ‘personal fit’ die diverse groepen basisartsen zoeken, komt niet altijd overeen met de vraag van werkgevers en opleiders.
Het volledige onderzoek van het Capaciteitsorgaan kun je hier lezen.
Terugblik op de geneeskundeopleiding
Als we kijken naar de ervaringen tijdens de geneeskundestudie, gaven ANIOS gemiddeld een 7,7 op een schaal van 1 tot 10 voor de inhoudelijke uitdaging van de masteropleiding en een 7,5 voor hun voorbereiding op het artsenvak. De mate van vrijheid en autonomie tijdens de masterfase werd echter lager beoordeeld, met een gemiddelde score van 4,6. Na afronding van de opleiding was 62% van de ANIOS zeker van hun wens om een vervolgopleiding te volgen, terwijl meer dan een derde nog twijfelde.
Als ANIOS terugkijken geven zij ook aan bepaalde zaken te hebben gemist tijdens de geneeskundeopleiding. Dit komt overeen met ons eerdere onderzoek naar loopbaanbegeleiding, waarin studenten aangeven behoefte te hebben aan informatie en aan loopbaanondersteuning. Denk aan informatie over de voorwaarden voor toelating tot een bepaald specialisme, het aantal opleidingsplekken en de werk-privébalans.
Standpunt van De Geneeskundestudent
De Geneeskundestudent ziet in het rapport voldoende aanknopingspunten voor een betere begeleiding van coassistenten en ANIOS. Wij roepen de geneeskundefaculteiten en ziekenhuizen op om loopbaanondersteuning beter te organiseren, waarbij coassistenten en ANIOS inzicht krijgen in loopbaanperspectieven en de kans op een opleidingsplek. Ook moet er transparantie zijn over de sollicitatieprocedure.
Ook valt er nog veel te verbeteren als het gaat om waardering en erkenning van ANIOS. De Geneeskundestudent vindt dat deze signalen serieus aangepakt moeten worden om het artsenvak ook voor de volgende generatie aantrekkelijk te houden. Geef daarom zowel ANIOS als coassistenten meer ruimte voor ontwikkeling, vrijheid en autonomie. Verbeter ook de werk-privébalans, gezien de ontevredenheid over dienstbelasting en onbetaalde overuren.
Vervolg
De vraag of sprake is van een ANIOS-tekort blijft in het onderzoek nog onbeantwoord. Uit het onderzoek blijkt niet dat basisartsen massaal de zorg verlaten, maar wel dat zij een langere en andere invulling geven aan het ANIOS-zijn. Mogelijk spelen ook andere factoren een rol, zoals meer parttime werken, waardoor er meer aniossen nodig zijn. Het Capaciteitsorgaan gaat daarom verder onderzoek doen naar de toekomstige vraag naar basisartsen en zal daarna een advies uitbrengen over de benodigde instroom voor de geneeskundeopleiding. Wat dit betekent voor het instroomadvies van De Geneeskundeopleiding is op dit moment dus nog onduidelijk. De Geneeskundestudent houdt de ontwikkelingen goed in de gaten en informeert jullie als er nieuws is.